Publicatie in de Metro!
Het is nog maar sinds kort dat Myanmar (voormalig Birma) haar grenzen heeft geopend voor toeristen. Tot die tijd leefde het land tientallen jaren afgesloten van de buitenwereld. Een unieke kans dus om het land nu te bezoeken voordat het overladen wordt door toeristen.
Toen ik aan mijn reis naar Myanmar begon had ik dan ook totaal geen verwachtingen. Wel had ik één plaats hoog op mijn verlanglijstje staan, namelijk de tempelvallei van Bagan.
Vanaf het moment dat je het land binnen komt ga je terug in de tijd. Het is heel bijzonder om door een landschap te reizen waar je mensen in houten hutjes ziet leven en waar nog met os en wagen het land handmatig wordt geploegd. Het enige wat je ziet is natuur wat doorbroken wordt door zandpaden.
Zo nu en dan steken geitenhoeders de weg over op zoek naar nieuwe grasvlaktes. Het boeddhisme is de belangrijkste religie van het land en monniken hebben een belangrijke status in Myanmar. Dankzij het boeddhisme is het land nu rijk aan pagodes en tempels.
Nergens in de wereld vind je dan ook zoveel boeddhistische tempels als in Myanmar en daarvan was Bagan (meer dan 1.100 jaar geleden gesticht) de hoofdstad van het voormalige 1e Birmaanse rijk.
Gedurende een aantal eeuwen lang werden er duizenden tempels gebouwd en elke nieuwe koning wilde de oude koning overtreffen. En dat is gelukt want het resultaat liegt er niet om! Het is werkelijk één grote rijkdom om hier door de tempelvallei van dit voormalige koninkrijk te lopen. Op dit moment zijn er meer dan 2.000 boeddhistische tempels en pagodes (in relatief zeer goede staat) te bewonderen. In dit reisblog neem ik je mee terug in de tijd, welkom in Bagan!
Wat Bagan zo bijzonder maakt zijn de duizenden eeuwenoude tempels die hier nog staan. Op zo’n 40 vierkante kilometer vind je hier 2.200 boeddhistische tempels, pagodes en monniken kloosters. Het is één grote vallei aan kunstschatten en nog eens ruim 2.000 ruïnes. Het is dan ook een van de belangrijkste archeologische vondsten in heel Azië en een must om te bezoeken als je de kans krijgt.
Bagan ligt van oudsher aan de Ayeyarwady rivier. Dit is een van de belangrijkste rivieren in Myanmar en zelfs een van de grootste van Zuidoost-Azië!
In het hoogseizoen van oktober t/m april is het mogelijk om een ballonvaart te boeken bij zonsopkomst. Kosten hiervoor bedragen rond de €275. Het is misschien wel veel geld, maar echt een “once in a life time experience” en elke Euro dubbel en dwars waard.
De zon die langzaam opkomt, de rood oranje gloed die zich geleidelijk verspreid over de pagodes en het laagje mist wat langzaam verdwijnt aan de horizon, maken dit spektakel tot een ware mystieke ervaring die je tot aan de rest van je leven niet meer zult vergeten.
Mocht je buiten het hoogseizoen reizen dan kun je ook prima de tempelvallei ontdekken middels e-bikes. Dit zijn elektrische scooters die je in staat stellen om op eigen houtje door het hele gebied te reizen en waarmee je ook off-road over de verschillende zandpaadjes kunt rijden. Dit is zo relaxt en leuk!
Het is dan ook aan te raden om minimaal 3 volle dagen voor Bagan uit te trekken want er is zoveel te zien. Bovendien stop je vaak onderweg om de verschillende pagodes en of tempels te beklimmen. Zorg er wel altijd voor dat je een sarong bij je hebt waar je je benen of schouders mee kunt bedekken.
Bagan heeft mij in alle opzichten verrast, de puurheid van de natuur, het schilderachtige landschap maar vooral de hartelijkheid van de mensen zelf.
Doordat Myanmar decennia lang gesloten was voor toeristen zijn de mensen oprecht blij dat je hun land komt bezoeken. Ze vinden het vooral leuk om Engels met je te praten en vertellen vol trots over hun geschiedenis. Een betere gids kun je je niet wensen!
Zo kwamen wij tijdens een van onze stops een jonge familie tegen uit Bagan die bij de tempels hun souverniers verkopen. Vol enthousiasme sprak de jonge man over hun culturele erfgoed en liet ons in de verlaten pagodes de eeuwenoude muurschilderingen zien uit het Birmaanse rijk.
Het is zo onwerkelijk om daar op dat moment te staan, je gaat letterlijk terug in de tijd waarin je weg droomt naar het jaar 900 op precies dezelfde plek waar monniken vroeger leefden. Meest bijzondere vond ik nog dat zijn kleine baby girl precies op een little Buddha leek 🙂
Diezelfde avond beklommen we de pagode om de zonsondergang te aanschouwen. Wat er toen gebeurde was echt magisch.
Terwijl de zon langzaam onderging en de contouren van de pagodes steeds duidelijker zichtbaar werden hoorde je even verderop uit een tempel een gezang van monniken. Het was een boeddhistische mantra chant waarmee ze al zingend en mediterend de ondergaande zon begeleiden totdat hij onderging. En dat alles in een sprookjesachtige omgeving. Echt een kippenvel moment om nooit meer te vergeten!